Platform voor de bouw
Verborgen gebreken op de schop

Verborgen gebreken op de schop

Op 16 april 2024 werd een wetsvoorstel ingediend houdende invoeging van Boek 7 “Bijzondere contracten” in het Burgerlijk Wetboek. Daarbij valt op dat het historische onderscheid tussen “de verbintenis tot conforme levering” en “de verbintenis tot vrijwaring voor verborgen gebreken” zou worden weggewerkt door beide verbintenissen te laten samensmelten. Een verborgen gebrek is eenvoudigweg een verborgen conformiteitsgebrek. Voorts stellen we ook vast dat de regels inzake verborgen conformiteitsgebreken bij koopovereenkomsten zouden worden afgestemd op deze bij aannemingsovereenkomsten (waarover meer info te vinden is op www.belexa.be).

Wat de kwaliteit (en kwantiteit) van het goed betreft, heeft de verkoper onder het huidige kooprecht dus twee verbintenissen: de verbintenis tot conforme levering (art. 1604 e.v. van het oud Burgerlijk Wetboek) en de verbintenis tot vrijwaring voor verborgen gebreken (art. 1641 e.v. van het oud Burgerlijk Wetboek).  Beide verbintenissen worden gekenmerkt door twee verschillende aansprakelijkheidsregimes met eigen toepassingsvoorwaarden, sancties, termijnen en regels over bevrijding van aansprakelijkheid. Hoewel een en ander theoretisch uit te leggen valt, is het in de praktijk niet altijd evident om dit onderscheid te maken. Eenvoud en transparantie zullen hoe dan ook als gevolg hebben dat er alvast geen lange discussies meer gevoerd zullen moeten worden over het onderscheid, terwijl partijen hun slaagkansen sneller zullen kunnen inschatten, wat meteen ook zijn nut zal hebben bij het vinden van een minnelijke oplossing.

Voorlopig voorziet het wetsvoorstel zeer concreet dat de verkoper de plicht heeft om het goed ‘conform’ te leveren aan de koper. Deze verbintenis om het goed ‘conform’ te leveren omvat zowel ‘de levering van het verkochte goed’ als ‘de garantie van de conformiteit van het verkochte goed’, waarbij eveneens in de wettelijke tekst zou worden verduidelijkt dat deze verbintenis tot conforme levering ook slaat ook op ‘de accessoria van het goed’ (denk maar aan de verpakking, de installatie-instructies en de gebruiksinstructies die de koper redelijkerwijze kan verwachten).

Voorts wordt bepaald dat een goed ‘conform’ is wanneer het beantwoordt aan wat het contract bepaalt en wat de koper redelijkerwijze kan verwachten. De toekomstige wet zou daarbij uitdrukkelijk verduidelijken dat deze ‘redelijke verwachtingen’ worden bepaald door de wet, de gebruiken, de goede trouw, de aard van het verkochte goed, de hoedanigheid van de koper en het geheel van de omstandigheden. Er is dus wel wat beoordelingsmarge op dit vlak! Het zal bijgevolg niet onbelangrijk zijn om bij de omschrijving van de aangeboden goederen (publiciteit, aanbod, contract …) voldoende aandacht te besteden aan het temperen van ‘de verwachtingen’ van de (kandidaat-)koper betreffende het goed in kwestie.

Bij de verkoop op monster zou de toekomstige wet dan weer bepalen dat een goed pas als een conform goed zal worden beschouwd wanneer het goed exact aan het monster beantwoordt. Monsters zullen dus representatief moeten zijn.

Voor producenten en gespecialiseerde verkopers merken we bovendien op dat het wetsvoorstel ook afstand zou nemen van de regel volgens dewelke zij vermoed werden  de verborgen gebreken te hebben gekend. Dit systeem bewerkstelligde immers een “vermoeden” van kwade trouw in hoofde van deze verkopers, dat door een strenge lijn in de rechtspraak uiterst moeilijk te weerleggen was. Volgens het wetsvoorstel zou de verkoper instaan voor elk conformiteitsgebrek voor zover dit minstens in de kiem aanwezig was bij de levering. Het zal dus aan de koper zijn om het bewijs te leveren dat het conformiteitsgebrek minstens in de kiem bestond bij de levering (opgepast voor uitzondering bij de verkoop van dieren en specifieke bepalingen bij consumentenkoop).  De verbintenis tot vrijwaring voor conformiteit is beperkt tot de gebreken die aan het licht komen binnen een periode van tien jaar vanaf de dag van de levering. 

De koper zal volgens de nieuwe wet wel verplicht zijn om de verkoper in kennis te stellen van het conformiteitsgebrek binnen een redelijke termijn nadat hij het heeft ontdekt of behoorde te ontdekken. De redelijke termijn wordt beoordeeld aan de hand van alle relevante omstandigheden en in het bijzonder de aard van het goed, de aard van het conformiteitsgebrek, de hoedanigheid van de partijen en de gebruiken. Als de koper binnen deze termijn niet van zich laat horen, verliest hij het recht om zich op het conformiteitsgebrek te beroepen. 

De vordering wegens een conformiteitsgebrek verjaart na twee jaar vanaf de kennisgeving van dit gebrek. Deze termijn wordt geschorst gedurende de onderhandelingen tussen partijen of het gerechtelijk of tegensprekelijk buitengerechtelijk deskundigenonderzoek.      

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten