Platform voor de bouw
“De snelheid die we vandaag kunnen halen op de werf is ongezien”
Van links naar rechts: Elke Duvillers, Chris Hallemeersch, Maarten Neyens en Robbe Verfaille.

“De snelheid die we vandaag kunnen halen op de werf is ongezien”

Elke Duvillers, Chris Hallemeersch, Maarten Neyens en Robbe Verfaille (Furnibo)

Er zijn bedrijven die mensen tewerkstellen en bedrijven die mensen doen groeien. Omdat ze er kansen krijgen en hun stempel kunnen drukken. Furnibo behoort duidelijk tot de tweede categorie. Dat blijkt uit het verhaal van vier trouwe collega’s die elk op hun manier hun steentje bijdragen aan de opvallende evolutie van deze vooruitstrevende klasse 8-aannemer, die met zijn inhouse prefabafdeling en topreferenties als SILT is uitgegroeid tot een begrip in het West- en Oost-Vlaamse bouwlandschap. Zij vertellen over hun professionele parcours, de innovatieve koers van Furnibo en de manier waarop teamwork, digitalisering en duurzaamheid hand in hand gaan met ambitie én een nadrukkelijke focus op het menselijke aspect. “Als werknemer zal je hier niet snel op een bovengrens botsen.”

Aanvankelijk produceerde Furnibo enkel prefab gevelsteenelementen voor eigen projecten, maar intussen ook voor externe realisaties, zoals O’Sea 3 in Oostende.

Kunnen jullie allereerst even toelichten hoe jullie bij Furnibo terechtgekomen zijn en hoe jullie rol binnen het bedrijf sindsdien is geëvolueerd?

Chris Hallemeersch: “Met mijn twintig jaar dienst ben ik de nestor in dit gezelschap (lacht). Ik werkte voordien bij een andere bouwfirma in Oostende en kreeg via een voormalige collega de vraag om over te stappen naar Furnibo. Dat ene telefoontje heeft heel mijn leven veranderd, want ik heb toegezegd en ben nadien ook naar Veurne verhuisd. Eerst ben ik vijftien jaar ploegbaas geweest, maar vijf jaar geleden was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Sindsdien ben ik verantwoordelijk voor onze inhouse prefabafdeling, die ik mee uit de grond heb gestampt.” 

Maarten Neyens: “Met vier jaar ervaring ben ik dan weer de benjamin van dit gezelschap (lacht). Ik ben afkomstig van Veurne en kende Furnibo dus al wel van naam toen ik aan mijn bouwopleiding begon. Ik kreeg de kans om stage te lopen op de werf van het Wintercircus in Gent en ben nadien vast aan de slag gegaan als werfleider. Het is wel fijn dat mijn stagebegeleiders van toen intussen rechtstreekse collega’s zijn. De bijhorende plaagstootjes – zoals gekscherend ‘stagiair’ genoemd worden – neem ik er graag bij.” 

Robbe Verfaille: “Ik ben hier op een gelijkaardige manier beland: eerste stage gelopen en nadien meteen aan boord gekomen. Furnibo sprak me aan omdat ze vaak met zichtbeton werkten. Nog voor ik mijn diploma van bouwkundig ingenieur op zak had was ik al komen solliciteren. Eerst heb ik zelf een tijdje op de werf gestaan, maar toen de vraag kwam om BIM-coördinator en -manager te worden, ben ik me met veel plezier daarop beginnen focussen. Tekenen heeft me altijd al gefascineerd, dus de stap naar digitaal bouwen was in die zin niet zo groot. Daarnaast leg ik me ook toe op het IT- en datagebeuren binnen ons bedrijf. Dat ik behoorlijk goed kan inschatten welke software al dan niet een meerwaarde kan bieden, komt daarbij uitstekend van pas. De combinatie tussen mijn technologische skills en bouwkundige achtergrond vormt een ideale match.”

Elke Duvillers: “Ik ben ingenieur-architect van opleiding en ben inmiddels bijna zeven jaar aan de slag bij Furnibo. In mijn zoektocht naar een inhoudelijk interessante job ben ik met verschillende aannemers gaan praten, maar hier klopte het plaatje het best. Ik ben gestart als werfleider en fungeer sinds een viertal jaar als projectingenieur werkvoorbereiding.” 

Wat maakt Furnibo zo’n fijne en aantrekkelijke werkgever?

Elke Duvillers: “De nadruk ligt op het realiseren van vooruitstrevende bouwprojecten en niet zomaar op volume draaien. Dat vind ik een heel goed uitgangspunt.” 

Maarten Neyens: “Ook de collegialiteit die hier heerst is een enorm pluspunt. Je kan bij iedereen terecht als je vragen hebt, ongeacht functieomschrijving, jaren ervaring op de teller enzovoort. Er worden ook heel wat inspanningen geleverd om die onderlinge band te versterken: teambuildings, afterworks, bedrijfsbezoeken …” 

Robbe Verfaille: “Het menselijke aspect is inderdaad een belangrijke pijler binnen onze bedrijfsfilosofie. Wat mij daarnaast ook enorm aanspreekt, is dat we als bedrijf nooit ter plaatse blijven trappelen en voortdurend vooroplopen. Bijgevolg krijg je hier als medewerker echt wel veel kansen, verantwoordelijkheid en vertrouwen, zelfs als je nog jong en onervaren bent. Ik was amper 26 jaar toen ik ons team met BIM-ingenieurs ben beginnen leiden, maar dat vormde absoluut geen bezwaar. Dat typeert dit bedrijf. Furnibo groeit bottom-up vanuit jonge mensen, die na verloop van tijd automatisch doorstromen en elk hun eigen traject kunnen volgen. Je zal hier niet snel op een bovengrens botsen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat we weinig personeelsverloop hebben.”

Chris Hallemeersch: “Dat is in al die jaren niet veranderd. Toen ik hier begon telde
Furnibo veertig werknemers, nu zijn het er 150. Alles is enorm geëvolueerd en geprofessionaliseerd – bijvoorbeeld op het vlak van veiligheid op de werf – maar in menselijk opzicht is de essentie hetzelfde gebleven.”

Vijf jaar geleden richtte Furnibo een speciale afdeling op voor de inhouse productie van prefab gevelsteenelementen.

Een belangrijke algemene evolutie is de queeste naar duurzaamheid. Hoe speelt Furnibo hierop in?

Maarten Neyens: “Dat valt onder de verantwoordelijkheid van onze nieuwe preventieadviseur, die veel tijd en energie besteedt aan nagaan wat we beter kunnen doen om onze CO2-footprint te reduceren, onder meer in uitvoering en qua afvalbeheer. Zo werken we op sommige werven al met batterijen om de nutsvoorzieningen aan te drijven in plaats van met vervuilende dieselgeneratoren.” 

Elke Duvillers: “Dat levert ons ook voordelen op bij aanbestedingen voor overheidsopdrachten. Als je over bepaalde duurzaamheidscertificaten beschikt, heb je een streepje voor. In dat opzicht zijn we dit jaar nog een versnelling hoger geschakeld. Binnenkort zullen we bijvoorbeeld weer een trede stijgen op de CO2-Prestatieladder.” 

Een opvallende evolutie in eigen rangen is de inhouse productie van prefab gevelsteenelementen. Vanwaar die keuze?

Chris Hallemeersch: “Enerzijds omdat we nog maar moeilijk goede stielmannen vinden die voldoende rendement halen bij het metsen, anderzijds omdat het ons in staat stelt om het uitvoeringsproces veel beter onder controle te houden. We zijn niet afhankelijk van weersinvloeden en kunnen bijgevolg just in time leveren op de werf, waar de bouwtijd aanzienlijk korter is. Kortom: alles is voorspelbaarder en de risicofactor is veel kleiner. Bovendien vaart ook de kwaliteit er wel bij, kunnen we er makkelijk complexe metselwerkverbanden mee realiseren en leidt het tot minder bouwafval. De keuze om zelf prefab gevelsteenelementen te vervaardigen is dan ook een schot in de roos. Aanvankelijk produceerden we enkel voor eigen projecten, maar intussen verkopen we ook aan externen, zoals voor de realisatie van O’Sea 3 in Oostende. We weten dus wat gedaan (lacht).” 

Elke Duvillers: “Dat het gevelstellingen overbodig maakt, is eveneens een belangrijke troef van ons prefabconcept. Dat verruimt de scope van projecten die we aankunnen. In binnenstedelijke omgevingen is niet altijd voldoende plaats voor stellingen of de stockage van materialen, maar dankzij het gebruik van prefab gevelsteenelementen kunnen we ons toch uit de slag trekken. De oprichting van de inhouse prefabafdeling liep overigens simultaan met de digitalisering van onze activiteiten. Tegenwoordig bouwen we alles eerst digitaal in BIM alvorens we effectief aan de slag gaan op de werf. Het accent ligt dus veel meer op een goede voorbereiding.”

Robbe Verfaille: “Nog niet alle bouwheren zijn volledig mee met dat verhaal, maar die shift laat ons ontegensprekelijk toe om veel efficiënter te bouwen. De snelheid die we vandaag kunnen halen op de werf is ongezien. BIM is onze standaard werkmethode in ieder project, groot of klein.”

Maarten Neyens: “Daar plukken we gedurende de uitvoeringsfase de vruchten van. We moeten minder ‘tjolen’, om het op z’n West-Vlaams te zeggen. Alles loopt veel vlotter en efficiënter, vermits eventuele clashes en problemen voordien al zijn vermeden. De papieren plannen van vroeger hebben grotendeels plaatsgemaakt voor laptops en tablets, waarmee we kunnen inzoomen op bepaalde bouwknopen en -details. Dat maakt het allemaal veel overzichtelijker.”

Het Furnibo-team voor een van de topreferenties van de laatste jaren: SILT in Middelkerke.

Zijn er naast BIM nog andere digitale tools die jullie courant gebruiken?

Maarten Neyens: “Ja, bijvoorbeeld 3D-scans met behulp van een drone. De puntenwolk die dit oplevert, leggen we vervolgens over het 3D-gebouwmodel om na te gaan of er conflicten zijn, kelder- en funderingswanden in kaart te brengen, het grondverzet accuraat in te schatten enzovoort. Ook als er weinig speling is, controleren we via een 3D-scan of alles wel zou passen.”

Chris Hallemeersch: “De eerste 3D-scans hebben we uitgevoerd in het kader van de realisatie van de Suikertorens hier even verderop, onder meer om te verifiëren of de gevels mooi recht liepen. Dat leverde ons cruciale informatie op voor de bevestiging van het prefab gevelmetselwerk. In de toekomst zullen we onze prefabactiviteiten ongetwijfeld ook verder digitaliseren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het inzetten van QR-codes.”

Elke Duvillers: “Daarnaast vergaderen we regelmatig digitaal en gebruiken we nog allerhande andere softwaresystemen, onder meer voor hr-doeleinden, resourceplanning en het beheer van het depot.”

Robbe Verfaille: “Ook artificiële intelligentie is uiteraard in beeld gekomen. We volgen alle evoluties op de voet, want als we AI effectief toepassen, willen we het goed doen. Het mag niet zomaar een gimmick zijn. Op dit moment maken we voornamelijk gebruik van taalmodellen, die we geïntegreerd hebben in een webapp om voor heel ons bedrijf een veilige dataomgeving te creëren. Onze medewerkers kunnen zich nu digitaal laten assisteren op tekstueel vlak, zodat ze daar in drukke periodes geen onnodige tijd mee verliezen en zich nog meer kunnen focussen op hun corebusiness.”

Hoe zien jullie de toekomst voor jezelf en Furnibo in het algemeen?

Robbe Verfaille: “Aan uitdagingen zal ik in mijn functie geen gebrek hebben de komende jaren. Zo zijn de AI-tools die we momenteel gebruiken slechts het topje van de ijsberg. Er zullen ongetwijfeld ook bouwkundige varianten volgen, dus het is zaak om de vinger strak aan de pols te houden en de juiste keuzes te maken. Dat ik samen met een collega de tijd krijg om hier dagelijks mee bezig te zijn, typeert de vooruitstrevendheid van Furnibo. Vandaar dat ik zowel mijn eigen toekomst als die van ons bedrijf positief tegemoet kijk.”

Chris Hallemeersch: “Ik ben hier ook nog altijd graag. Ik ben iemand die uitdaging nodig heeft en dat is nu zeker het geval, want er komt veel op mijn bord terecht: bestellingen, offertes, coördinatie … Met het prefabverhaal zal ik dus nog wel een tijdje zoet zijn. Als de trein zo blijft voortdenderen, zal onze prefabafdeling al snel te klein worden. Wie weet zullen we op termijn moeten uitwijken naar een andere locatie, maar alles op zijn tijd natuurlijk.”

Elke Duvillers: “Chris is veel meer dan het hoofd van de prefabafdeling. Hij heeft zoveel ervaring in uitvoering dat we hem regelmatig consulteren als we met bepaalde vragen of problemen zitten. Vaak komt hij op de proppen met een waardevolle tip of oldskool remedie die ons weer vooruithelpt. Dat is dus opnieuw die collegialiteit die op cruciale momenten het verschil maakt. Wat mezelf betreft, is de prioriteit voor de komende jaren blijven meegroeien met het bedrijf. Zowel mijn ervaring als de complexiteit van onze projecten nemen toe, dus in die zin wordt het er alleen maar boeiender en uitdagender op. Ik vind het bijzonder fijn om te merken dat ik met mijn opgedane kennis en ervaring een reële toegevoegde waarde kan bieden.” 

Maarten Neyens: “Ik werk nog niet zo lang bij Furnibo, maar zie me hier ook niet snel vertrekken. Persoonlijk zou ik me in de toekomst graag op grotere, uitdagendere projecten storten. Referenties als de Suikerbrug in Veurne en SILT in Middelkerke staan natuurlijk geweldig op je cv en zo zullen er ongetwijfeld nog heel wat volgen. Het uitvoerende aspect op de werf zelf boeit me mateloos, dus doorgroeien naar projectleider hoeft voorlopig nog niet. Maar zeg nooit nooit, uiteraard. Zeker niet bij Furnibo (knipoogt).”    

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten