Een kakofonie van geluid, een hinderlijke galm of ergerlijk verkeerslawaai: geluidsoverlast kan het werk- en wooncomfort grondig verstoren. Met steeds meer gebouwen op minder grondoppervlakte wordt het probleem alleen maar groter. Hoe kan bouw- en omgevingsakoestiek een oplossing bieden? We nodigden vier experts uit voor een boeiend debat.
Klopt het dat geluidsbeheersing de laatste jaren steeds meer onder de aandacht komt? Bart Van de Velde, bestuurder bij SonIQ, merkt op dat akoestische kwaliteit lange tijd een onderbelicht thema was binnen de bouwsector. “Nu er over het algemeen meer aandacht is voor wellbeing, zien we gelukkig wel een kentering. Mensen zijn zich meer bewust van de nadelige effecten van ongewenste geluiden, zoals een slechte slaapkwaliteit, stress en verminderde concentratie tijdens dagelijkse activiteiten. Onze aanpak als studiebureau voor akoestiek is dan ook gericht op het creëren van een aangename woon- en werkomgeving.”
Sectorgenoot Tom Segers van Bureau De Fonseca, dat sinds het voorjaar van 2024 deel uitmaakt van de Studibo-groep, beaamt dit. “Wij zagen de afgelopen jaren eveneens een beduidende stijging in de vraag. Naast akoestiek in gebouwen is er ook heel wat aandacht voor het vermijden van geluidshinder in de omgeving. Het gaat dan om projecten die vaak kaderen in de VLAREM-milieuwetgeving.”
Ook Theo De Moor, managing director bij aannemingsbedrijf Icoustic, dat gespecialiseerd is in onzichtbare monolithische systemen – zoals akoestische plafondpleisters – merkt dat de vraag stijgt. “Zowel voor commercieel vastgoed als woningbouw merken we dat akoestisch comfort hoger op de agenda komt. Niet in het minst bij architecten. En toch wil ik daar een kanttekening bij maken. Hoe we omgaan met geluidscomfort mag dan wel een actueel thema zijn, nog al te vaak belandt het onderaan de prioriteitenlijst.”
Vierde gesprekspartner Filip Verbandt, bestuurder bij de Belgische Akoestische Vereniging (ABAV), bekijkt het thema in een breed perspectief. “ABAV streeft naar erkenning van het vakgebied over de gewestelijke grenzen heen en behartigt de belangen van haar leden, bestaande uit bedrijven die actief zijn binnen de sector van akoestiek. Als vereniging is het onze doelstelling om de branche succesvol te laten groeien via ondersteuning, gespecialiseerde symposia en netwerking.”
Tom Segers: “Eerst even verduidelijken. Akoestische technieken zijn onderverdeeld in twee groepen: geluidsabsorptie en -isolatie, elk met een eigen gamma aan materialen. In het dagelijkse taalgebruik worden beide concepten echter vaak door elkaar gehaald, wat kan leiden tot verwarring.”
Theo De Moor: “Geluidsabsorberende materialen verminderen het nagalmeffect en absorberen ongewenst lawaai, wat het akoestisch comfort aanzienlijk verbetert. Dit resultaat wordt bereikt via een innovatieve techniek van spuitpleisters of met akoestische plafondpanelen of -tegels (60 op 60 cm).”
Tom Segers: “Geluidsisolatie daarentegen gaat over voorkomen dat geluid van één ruimte naar een andere ruimte kan doordringen. Dat werkt volgens een heel ander principe dan geluidsabsorptie. Voor een goede isolatie dienen materialen over voldoende massa te beschikken of moeten ze op een slimme manier worden samengesteld om het geluid te kunnen tegenhouden.”
Allen: “En ja, voor beide technieken komen er inderdaad steeds vernieuwende en verbeterde producten op de markt.”
Bart Van de Velde: “Architecturaal gezien zijn beton en glas aantrekkelijke materialen. Maar wat een lust is voor het oog is een uitdaging voor het oor …”
Theo De Moor: “Bovendien hebben we vandaag te maken met een consument die mondiger is en geluidscomfort niet louter ziet als een luxeproduct. Helaas vaak door eerdere, slechte ervaringen. Wie als projectontwikkelaar of investeerder aan de verwachtingen van de klant wil voldoen, kan dus maar beter een tandje bijsteken op het vlak van ‘noise control’. Lawaai beïnvloedt de beleving, niet alleen in de woon- of werkomgeving, maar bijvoorbeeld ook bij een restaurantbezoek.”
Filip Verbandt: “Verschillende factoren dragen bij aan die stijgende trend. Zo zorgt de Belgische normering NBN S 01-400-1 – of liever de herziening ervan in 2022 – voor een actualisering. Dit richtinggevende kader moet bewoners van residentiële gebouwen beter beschermen tegen geluidsoverlast. Daarnaast blijven ook de akoestische eisen voor schoolgebouwen van kracht. Niet onbelangrijk, want binnen openbare aanbestedingen gelden vaak dezelfde stelregels.”
Filip Verbandt: “In vergelijking met stabiliteitsstudies, energieprestaties of andere technieken is het vakgebied ‘bouwakoestiek’ nog relatief onbekend.”
Bart Van de Velde: “Soms bestaan er zelfs misvattingen over, bijvoorbeeld dat een akoestische studie overbodig of duur zou zijn. Jammer, want het is net belangrijk om advies over akoestiek in te winnen bij aanvang van een bouwproject. Dat levert de meest kwalitatieve en kosteneffectieve oplossing op. Elk project is immers uniek en vergt een andere aanpak.”
Tom Segers: “Helaas worden professionele akoestici vaak niet of te laat ingeschakeld. Nochtans: hoe vroeger je het akoestisch comfort onderzoekt, hoe meer mogelijkheden er zijn om naast een effectief resultaat ook een efficiënt project te realiseren.”
Theo De Moor: “De bouwsector kampt in het algemeen met een personeelstekort. In die mate zelfs dat men werkkrachten aantrekt uit het buitenland. Dat probleem speelt ons als akoestisch aannemer eveneens parten. Het aanbrengen van spuitpleisters wordt gezien als zwaar en vuil werk, maar er is net finesse nodig om tot een mooie, esthetische afwerking te komen.”
Bart Van De Velde: “Idem dito voor studiebureaus. Technische ingenieursprofielen zijn erg gegeerd op de arbeidsmarkt. Bijgevolg is het vinden van geschikt talent een hele uitdaging. Komt daarbij dat akoestiek een zeer gespecialiseerd vakgebied is.”
Tom Segers: “Via Studibo vinden wij voldoende jonge ingenieurs. Hoewel akoestiek in studierichtingen zoals architectuur of bouwkunde slechts zeer beperkt aan bod komt, zijn er altijd gemotiveerde jonge mensen die op zoek zijn naar iets dat minder mainstream is en buiten de klassiekere vakdomeinen uit hun opleiding ligt. Akoestiek is daar een perfect voorbeeld van. ‘Training on the job’ en begeleiding door ervaren ingenieurs zijn wel belangrijke aspecten in onze dagelijkse werking om jongere collega’s zo snel mogelijk te laten groeien.”
Filip Verbandt: “Als sector is er voorlopig maar één oplossing: zelf investeren in het opleiden en bijscholen van potentiële medewerkers. Zo biedt de ‘Hogere Cursus Akoestiek’ een alternatief voor wie zich wil verdiepen in de wereld van de bouwakoestiek, lawaaibeheersing of audio-engineering. De opleiding richt zich tot profielen met een hoger technisch diploma en wordt georganiseerd door het Nederlands Akoestisch Genootschap (NAG), de Belgische Akoestische Vereniging (ABAV) en de Expertgroep Akoestiek en Trillingen (ie-net).”
Tom Segers: “Naast de technische bagage en analytische vaardigheden zijn ook de ‘soft skills’ erg relevant. Dan denken we onder meer aan leergierigheid, helder communiceren, fierheid over het geleverde resultaat en vooral een passie voor geluid.”
Filip Verbandt: “Door te investeren in een goede akoestische studie tijdens de
ontwerpfase kunnen onaangename verrassingen in de toekomst vermeden worden. Immers: wanneer er achteraf klachten ontstaan over geluidsoverlast of akoestische kwaliteit, kan het oplossen ervan veel complexer zijn, wat leidt tot onverwachte kosten.”
Bart Van de Velde: “Akoestiek is geen overbodige kostenpost, maar een investering in het welzijn en de tevredenheid van de toekomstige gebruikers. Het maatschappelijke belang ervan kan niet genoeg onderstreept worden. Bovendien kan een goede studie de bouwkost verlagen door overdimensionering tegen te gaan.”
Theo De Moor: “Laat het plafond onder handen nemen en je hebt voor 80 % de akoestiek in de ruimte verbeterd.”
Bart Van de Velde: “De normering op zich is een goede zaak. Het is nu gewoon zaak om ze daadwerkelijk toe te passen en de nodige controles te voorzien.”
Filip Verbandt: “Vanuit ABAV zetten we ons al jaren in voor het verbeteren van de akoestische kwaliteit. We zijn er dan ook voorstander van om een correcte naleving van de NBN-normen af te dwingen.”
Tom Segers: “Ik geloof eerder in kwaliteit als drijfveer. De sector dreigt nu al te vervallen in een overvloed aan regels. De duurzaamheidsmeter GRO kan bijvoorbeeld een leidraad zijn die een mooie én praktische holistische benadering biedt.”
Tom Segers: “Duurzaamheid brengt op akoestisch vlak nieuwe uitdagingen met zich mee zoals de zoemende geluiden van warmtepompen of het herbestemmen
van oude gebouwen.”
Filip Verbandt: “Of mixed-use woonvormen. Neem bijvoorbeeld een bouwproject bestaande uit tientallen appartementen, met op de begane grond een grootwarenhuis en andere winkels. Dit kan aanleiding geven tot leveringen in de vroege ochtend of late avond, wat storende geluiden voor de bewoners met zich meebrengt.”
Allen: “Allemaal zaken waar professionele akoestici oog, maar vooral oor voor hebben. Moraal van het verhaal: betrek hen vanaf het begin bij het bouwproces.”