Zondag 30 juni. Het is feest in hartje Roeselare. Om klokslag 11u rolt burgemeester Kris Declercq eigenhandig de rode loper uit voor zijn burgers. Ze staan in rijen te drommen op de Grote Markt, vlak bij de ingang van het nieuwe stadhuis. Een transparant inkomportaal tussen het achttiende-eeuwse stadhuis en het belfort. Een gedurfde en ook wel symbolische architecturale keuze. Dankzij deze ingreep spelen de historische gebouwen de hoofdrol en versmelten ze ongekunsteld met een eigentijds administratief centrum. Kijk mee binnen in het duurzaamste stadhuis van Vlaanderen.
Via het glazen inkomportaal komen we terecht in een luchtig en ruim atrium dat fungeert als inkomhal en lokettenzaal. De centrale hal is het verbindingsstuk tussen de erfgoedgebouwen vooraan en het U-vormige nieuwbouwcomplex met hedendaagse modulaire kantoren en vergaderruimtes. Dankzij het glazen dak van dit atrium hebben bezoekers nu een onbelemmerd zicht op de achtergevels van het belfort en het stadhuis. Die waren decennialang aan het zicht onttrokken en grotendeels beschadigd door de uitbreidingen en renovaties die in de loop der jaren plaatsvonden. B-architecten maakte er een erezaak van om deze erfgoedgebouwen als eyecatcher in het ontwerp te integreren. Een huzarenstukje waarvoor het de krachten bundelde met Bressers Erfgoed. Zo werden niet alleen het stadhuis in rococostijl uit 1771 en het belfort dat UNESCO-werelderfgoed is, maar ook twee waardevolle historische gevels uit het interbellum in hun oude glorie hersteld.
Nauwelijks drie jaar na de start van de sloopwerken is dit prestigieuze vernieuwbouwproject met een oppervlakte van meer dan 10.000 m² gerealiseerd. Het is dus met terechte trots dat een delegatie van B-architecten ook van de partij is bij de officiële opening. We treffen de architecten, Christophe Combes en Dion Lobregt, in het atrium. Ze hebben postgevat bij de ontwerpmaquette van het complex en beantwoorden de vele vragen van de nieuwsgierige bezoekers.
“Hoe wordt dit gebouw verwarmd?” Een logische vraag van burgers die willen weten of het stadsbestuur niet kwistig omspringt met hun belastinggeld. Christophe Combes stelt hen gerust: “Het stadhuis is aangesloten op het warmtenet van Roeselare en wordt dus volledig verwarmd met de restwarmte van de afvalverbrandingsoven van Mirom. Wat energievoorziening betreft, is er geopteerd voor duurzame zonne-energie.” Hij wijst naar de maquette: “Zoals je ziet zijn de grootste daken volledig bedekt met zonnepalen. De lagere daken zijn ofwel dakterrassen, ofwel groendaken. Een ander belangrijk element van dit gebouw is de recuperatie van regenwater. Het grootste deel van het regenwater wordt opgevangen in watertanks in de kelders onder de site. Dit gebouw streeft naar het BREEAM Excellent-label. Dat is het hoogste kwaliteitslabel op het vlak van duurzaamheid. Hiermee zou het stadhuis het meest duurzame worden in Vlaanderen.”
Bij de rondgang valt meteen op dat het immense complex, waar binnenkort meer dan driehonderd werknemers hun intrek zullen nemen, toch de nodige luchtigheid biedt via zichten, vides en doorsteken. Op veel plaatsen in het gebouw kijk je uit over de omliggende stad, op de Sint-Michielskerk, op de toren van het belfort of op de nieuwe binnentuin.
Waar de oude stadhuissite vroeger helemaal was dichtgebouwd met koterijen, is nu plaatsgemaakt voor een publieke tuin die toegankelijk is via twee doorsteken vanuit de zijstraten. Midden in die tuin, letterlijk in het hart van Roeselare, staat een installatie van kunstenaar Maarten Schaubroeck, een stalen prieel dat dienst zal doen als een openluchttrouwkapel. Met een beetje geluk zullen de passanten hier bij mooi weer kunnen meegenieten van een trouwceremonie.
‘De passie van B-architecten’, lezen we op hun website, ‘is het ontwerpen van ruimtelijke oplossingen waarbij we voortdurend streven naar het verbeteren van zowel de stedelijke als de open ruimte met als hoofdfocus de stad.’ Ook in Roeselare is B-architecten duidelijk in die missie geslaagd. We begrijpen ook perfect waarom dit ontwerp vijf jaar geleden werd uitgekozen als winnend ontwerp van de architectuurwedstrijd die hiervoor werd uitgeschreven. Als nuchtere West-Vlamingen wilden de leden van het stadsbestuur geen spektakelarchitectuur met blinkende gevels en ingewikkelde structuren, maar een duurzaam ontwerp met respect voor erfgoed en groen. B-architecten gaf hier ongetwijfeld het meest sluitende antwoord op.
Drafab – Interieurafwerking
Wie binnenloopt in het nieuwe stadhuis van Roeselare kan er niet naast kijken: de monumentale trap en de bijna nostalgisch ogende loketten. Beide zijn gerealiseerd door interieurbouwer Drafab, die met renovaties als de historische assisenzaal in het Oude Gerechtshof van Antwerpen voor geen kleintje vervaard is. Het bedrijf uit Poperinge, dat al vaker samenwerkte met Algemene Bouw Maes, was verantwoordelijk voor de vervaardiging van alle keukens, alle wastafeltabletten, de bekleding van de imposante trap en de balies in de inkomhal. “De loketten hebben we zelf uitgewerkt volgens de vereisten van het stadsbestuur”, vertelt projectleider Pieter Vercruysse. “Dit sloot perfect aan bij onze expertise. Maar de grootste uitdaging hier was toch wel de trap. Nu die is afgewerkt, lijkt het een eenvoudige constructie, maar dat was het in uitvoering allerminst omdat elk hoekje, elk detail van boven tot beneden, naadloos op elkaar moesten aansluiten.” Ingewikkelde constructies eenvoudig doen lijken: het is misschien wel het meest overtuigende bewijs van expertise en vakmanschap.
Op zondag 30 juni werd het nieuwe stadhuis van Roeselare feestelijk geopend. Zo kwam er een einde aan een periode van drie jaar slopen, bouwen en renoveren. Het resultaat is een gloednieuw stadhuis dat op het vlak van toegankelijkheid en architectuur, maar vooral qua duurzaamheid, een voorbeeld wil zijn. Bij de realisatie van dit opmerkelijke project speelde prefabbeton een grote rol.
Tekst FEBE Beeld B-architecten, Stad Roeselare
Voorbije zomer verhuisden de stadsdiensten naar hun nieuwe werkplek en vanaf september startte ook de dienstverlening voor alle burgers op. Het nieuwe stadhuis zal in de eerste plaats een open huis zijn voor alle Roeselarenaars, maar vormt ook een landmark pal in het hart van de stad. De opdracht voor het ontwerp- en bouwteam was, na een bevraging bij de lokale bevolking, duidelijk: het nieuwe stadhuis moet de geschiedenis en de toekomst van Roeselare met elkaar verbinden en moet duurzaam, zuinig en toegankelijk zijn. Naast de klassieke dienstverlening moet het stadhuis ook een ontmoetingsplek zijn, terwijl ceremoniële functies, zoals trouwen en huldigingen, er ook blijven plaatsvinden. En tot slot was ook veel aandacht voor groen een belangrijke wens.
Het ontwerpteam bestond uit B-architecten, Bressers Erfgoed, Arcadis en Atelier Arne Deruyter. Algemene Bouw Maes (Groep Van Roey) voerde de werken uit, ondersteund door EEG voor de technieken en Monument Group voor de restauratie.
Betonnen structuur
Stad Roeselare streeft nadrukkelijk naar een innovatief stadhuis met een BREEAM Excellent-duurzaamheidslabel. Om dat label te kunnen behalen, werd dan ook gezocht naar een duurzame partner. Zo kwam Megaton / Structo Prefab Systems in beeld. “Samen met de rest van het bouwteam ontwierpen we een prefabbetonstructuur”, vertelt Joris Vuerstaek, directeur bij Megaton / Structo Prefab Systems. “Gewelven in voorgespannen beton, kolommen in gewapend beton, balken in gewapend en voorgespannen beton, panelen … Prefabbeton vormt het geraamte van de nieuwbouw. Voorgespannen beton biedt een mooie meerwaarde op het vlak van CO2-uitstoot omdat er minder beton in de elementen zit, wat uiteraard ook een positieve invloed heeft op de gebruikte hoeveelheid cement.”
Thermische inertie
“Prefabbeton als structuur scoort ook zeer goed op het vlak van thermische inertie”, pikt Christophe Combes van B-architecten in. “De warmtecapaciteit wordt gegarandeerd, waardoor het gebouw veel minder onderhevig is aan temperatuurschommelingen. Bovendien kon er zo bespaard worden op andere materialen. Daarnaast is de weerbestendigheid van prefabbeton, ten opzichte van de oorspronkelijk voorziene houten constructie, een groot voordeel. Die houten constructie zou goed beschermd moeten zijn geweest tegen de regen in de ruwbouwfase, wat gezien de schaal en duur van de werf niet zo eenvoudig was.”
Dat net Megaton / Structo Prefab Systems als prefabbetonpartner werd gekozen, mag niet verbazen. Joris Vuerstaek: “Alle activiteiten van onze bouwgroep zijn gecertificeerd klimaatneutraal. Dit betekent dat de embodied carbon (de CO2-uitstoot die wordt veroorzaakt door alle stappen in de levenscyclus van een gebouw) van de totale betonstructuur onmiddellijk meer dan 15 % lager ligt ten aanzien van de basisberekeningen. Omdat al onze betoncentrales erkende nullozers zijn, werden alle betonelementen bovendien vervaardigd met toepassing van 100 % recuperatiewater. En de elektrische energie die we verbruiken binnen al onze betoncentrales komt 100 % uit duurzame energiebronnen.”
Bijkomend voordeel prefabbeton
Prefabbeton leverde trouwens nog bijkomende voordelen op. De eigenschappen van spanbeton laten grotere overspanningen toe. Zo lukte het om in twee van de drie vleugels een kolommenrij te laten vallen. Een uitsparing van materialen die tegelijk een positieve impact heeft op het ruimtegebruik en de eventuele herbestemming van lokalen na verloop van tijd. Christophe Combes: “De rol van prefabbeton in dit verhaal stopt niet bij de structuur. Prefaco produceerde en leverde zichtbare premuren en Elbeton zorgde voor een architectonische gevelplint uit gezuurd beton. Zo’n prefabbetonnen plint is robuust en weerbestendig, wat positief is voor de levensduur.