Aan beglaasde raam- en deurgehelen worden deze dagen niet enkel specifieke eisen gesteld op het vlak van brandwerendheid, maar ook steeds vaker op het vlak van akoestiek. “Hiervoor is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de invulling (in dit geval brandwerende beglazing) en het frame (in dit geval het raam- of deurkader)”, benadrukt Danny Jonckheere, zaakvoerder bij de gespecialiseerde onderneming Fire! Doors & Projects.
“Brandwerende beglazing is door haar opbouw, waarbij een sandwichconstructie gerealiseerd wordt van glas en tussenliggende folie of gel, van nature massief en akoestisch zeer performant”, vertelt Danny Jonckheere. “Voor een uitvoering in EI30 start je al gauw met een akoestische prestatie uitgedrukt in Rw volgens EN140-3 van 38(-2,-2)dB en voor toepassingen in EI120 kan dit oplopen tot 47(-2,-3)dB. Let wel: de dB-waarden verlopen niet lineair maar logaritmisch, zodat enkele decibels verschil effectief waarneembaar worden. Toegepast in een thermisch isolerende uitvoering met een al dan niet gelaagd buitenvolume kan dit nog verbeterd worden. Bij de inbouw in een raam- of deurkader dient er rekening gehouden te worden met een verzwakking door de aanwezigheid van voegen (bijvoorbeeld rondom de deur) en de aansluiting met wanden of plafonds. Deze verzwakking kan indicatief berekend worden, maar geeft geen precieze waarde weer. Enkel een meting in situ kan de werkelijk gerealiseerde akoestische demping bevestigen.”
Fire! Doors & Projects biedt in dit verband verschillende mogelijkheden, met frames en deuren die in meer of mindere mate akoestisch performant kunnen zijn. “Vaste ramen zoals Fireframe of uitvoeringen in staal of aluminium garanderen de beste resultaten”, aldus Danny Jonckheere. “Ook bij aanslagdeuren in staal of aluminium zijn de resultaten nog steeds uitstekend. Bij doorslaande deuren die zijn ingebouwd in een Fireframe moet je rekening houden met een verlies door de rondlopende open voeg van enkele millimeters dik. Hetzelfde geldt voor Fireslide-schuifdeuren, hoewel de resultaten in beide bovenstaande gevallen flink meevallen en het verlies aan akoestische weerstand eerder beperkt blijft door de minimale afmetingen van de voegen. Net als bij brandwerend schrijnwerk staat of valt het akoestisch resultaat met een correcte installatie. Een slechte aansluiting met het omringende metselwerk geeft zowel op akoestisch vlak als qua brandveiligheid een negatief resultaat. Ook het mogelijk ontkoppelen van wandelementen en vloeren, zodat de trillingen niet naast of onder de akoestische wanden worden doorgegeven, is een belangrijk aandachtspunt, want dat kan eveneens een negatief resultaat opleveren bij metingen in situ.”