Platform voor de bouw
Onderaanneming vanaf 1 januari 2025. Bent u klaar?

Onderaanneming vanaf 1 januari 2025. Bent u klaar?

Op 1 juli 2024 werd de wet van 7 februari 2024 houdende de ‘Buitencontractuele aansprakelijkheid’ in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Deze nieuwe wet, die vanaf 1 januari 2025 toepasselijk wordt op alle feiten die vanaf dat ogenblik plaatsvinden, vervangt de oude regels inzake buitencontractuele aansprakelijkheid – voor de juristen onder ons verwijzen we naar de artikelen 1382 tot 1386bis in het Burgerlijk Wetboek.

Waar u als aannemer enerzijds met uw opdrachtgever en anderzijds met uw onderaannemer telkens in een contractuele relatie staat, zal u nogal snel geneigd zijn deze nieuwe wet aan u te laten voorbijgaan. Terecht? Niet echt, zoals hierna zal blijken.

Wat is de huidige situatie?

Momenteel geldt nog het ‘Stuwadoorsarrest’ van 7 december 1973. Toegepast op een situatie met opdrachtgever A, hoofdaannemer B en onderaannemer C betekende dit dat het voor opdrachtgever A vrij moeilijk was om zich rechtstreeks te richten tot onderaannemer C indien deze laatste een fout had begaan naar aanleiding van de onderaanneming. Hierdoor sprak men bijgevolg ook wel over de zogenaamde ‘quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent’. Enerzijds ontbreekt er immers een contract tussen opdrachtgever A en onderaannemer C om op contractuele basis een vordering in te stellen, terwijl een buitencontractuele vordering anderzijds enkel mogelijk is indien er sprake is van een strafbaar feit of een fout waarbij de schade de overeenkomst te buiten gaat.  

Wat vanaf 1 januari 2025?

Vanaf 2025 verandert dit systeem. Onder de nieuwe wet kunnen contractpartijen zowel op contractuele als buitencontractuele grondslag worden aangesproken. Zo zullen opdrachtgever A en hoofdaannemer B elkaar zowel op contractuele als buitencontractuele grondslag kunnen aanspreken. Dit geldt ook voor hoofdaannemer B en onderaannemer C. Tussen opdrachtgever A en onderaannemer C zal er uiteraard nog steeds geen contract zijn, maar deze laatste zal nu veel eenvoudiger aangesproken kunnen worden op buitencontractuele grondslag. Er moet niet langer sprake zijn van een strafbaar feit of een fout waarbij de schade de overeenkomst te buiten gaat.

De bescherming van quasi-immuniteit vervalt dus grotendeels, al zijn er contractueel nog steeds uitzonderingen mogelijk. Vandaar de titel van dit artikel. Bent u klaar voor deze nieuwe wetgeving? Met uitzondering voor specifieke situaties (aantasting van de fysieke of psychische integriteit enerzijds en opzettelijke fouten anderzijds) zal u immers een en ander contractueel kunnen finetunen.

Zo zullen verweermiddelen uit het hoofdcontract (dit is het contract tussen opdrachtgever A en hoofdaannemer B) en ondercontract (dit is het contract tussen hoofdaannemer B en onderaannemer C) doorwerken. Dit betekent dat bijvoorbeeld onderaannemer C een schadebeperkingsclausule of een exoneratieclausule zal kunnen inroepen ten aanzien van opdrachtgever A, indien deze werd opgenomen in het onder- of hoofdcontract. 

Bij onderaanneming zal u er dus ook steeds goed aan doen hoofdcontract en ondercontract op elkaar af te stemmen, en dit in functie van de concrete situatie.  

Aarzel niet ons te contacteren voor eventuele bijstand of vragen.    

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details

Kunnen we je helpen met zoeken?

Bekijk alle resultaten