Begin september werden het museumdepot en de nieuwe vleugel van het NAVIGO Visserijmuseum officieel ingehuldigd met een groot vissersvolksfeest in de straten van Oostduinkerke. Het uitgebreide museum biedt het skelet van de potvis Valentijn een nieuwe thuis en laat het brede publiek kennismaken met de fascinerende leefwereld van onze lokale vissers.
In 2018 won Havana architectuur uit Gent een ontwerpwedstrijd van de gemeente Koksijde om een nieuw museumdepot met kooktheater uit te werken voor het NAVIGO Visserijmuseum. Toen de gemeente niet zo veel later een nieuwe thuis zocht voor de potvis Valentijn, die zo’n 35 jaar geleden aanspoelde op het strand van Sint-André in Oostduinkerke, besliste Koksijde om het museum uit te breiden met een nieuwe vleugel. Ook voor die opdracht kwam Havana architectuur als primus uit de bus. “Het potvisskelet is 13 meter lang en weegt meer dan een ton. Zowel de lengte als het gewicht vormden een uitdaging, aangezien in het bestaande museum geen zaal beschikbaar was om Valentijn tentoon te stellen”, legt architect Lies Quatanne uit. “In beide opdrachten werkte ons bureau samen met Sileghem & Partners voor het stabiliteittechnische luik. Wat de technieken betreft, werkten we met Studiebureau Schoonackers voor de nieuwe vleugel en met Ingenium voor het museumdepot.”
Het vernieuwde NAVIGO Visserijmuseum opende in september 2024 de deuren voor het grote publiek. Het museumdepot herbergt de volledige erfgoedcollectie en is toegankelijk voor bezoekers. Lies Quatanne: “Vanuit een centrale gang krijg je toegang tot een dubbelhoog depot waar al het materiële erfgoed is opgeslagen en tot een workshopruimte voor het immateriële erfgoed. Daar worden bijvoorbeeld demonstraties gegeven over het pellen van garnalen of vinden kookworkshops plaats. Op de eerste verdieping heb je vanuit het kijkkabinet zicht op het museumdepot zelf. De bovenste verdieping – het ooievaarsnest – biedt plaats aan vergader- en kantoorruimte en een bibliotheek. Grenzend aan de demonstratiekeuken is buiten een schoorsteen met rookoven voorzien waarin ook gerechten bereid kunnen worden.”
Om beschadiging aan erfgoedmaterialen te vermijden, wordt de klimatisatie in het museumdepot gerealiseerd volgens het zogenaamde Denemarkenmodel. “Hierbij is enkel sprake van een regeling voor de relatieve vochtigheid. De temperatuur wordt niet geregeld, maar wordt gebufferd door een massieve luchtdichte betonconstructie en het niet-voorzien van vloerisolatie, waardoor de grond als bijkomende buffercapaciteit wordt ingezet. In het depot is ook geen daglicht te bespeuren.”
Om een nieuwe zaal te creëren voor de potvis Valentijn werd een deel van het bestaande museum gesloopt. De nieuwe vleugel kreeg een inkom met onthaal en lockerruimte, evenals een grote museale ruimte met een aanpalend kabinet waar je als bezoeker wordt ondergedompeld in de visserswereld. Op de eerste verdieping is een ruime expozaal voor tijdelijke tentoonstellingen ingericht. “Vanop deze verdieping kijk je ook uit over de potviszaal en zie je het skelet vanuit een ander perspectief. Buiten lokt het nieuwe voorplein de bezoekers naar binnen en biedt het tegelijk een gelegenheid voor groepen om samen te komen. In tegenstelling tot het depot speelt natuurlijke lichtinval in dit museumdeel wel een rol. Dankzij specifiek gepositioneerde ramen behoud je als bezoeker de link met de site, zonder dat er aan tentoonstellingswand is ingeboet”, aldus Lies Quatanne.
Met hellende daken in zink, een combinatie van hoofd- en bijgebouwen en een opvallende plint is de architectuur van het vernieuwde gedeelte gebaseerd op hoe vissershuisjes indertijd werden opgetrokken. Op de site bevindt zich nog steeds zo’n oud vissershuisje, dat deel uitmaakt van het patrimonium. “Qua bouwmaterialen kozen we voor een mix van beton, hout en kalkzandsteen. De ruimte binnen in het depot is vrij van kolommen. Om het gewicht van de bovenste verdieping te beperken, is het dak opgetrokken in hout. Daardoor krijgt dit niveau een huiselijke, warme sfeer. In de potviszaal werd een I-ligger geplaatst om het skelet te kunnen dragen.”
De officiële opening begin september werd ingeluid met een groot vissersvolksfeest in de straten van Oostduinkerke. “Het was bijzonder leuk om te zien hoe dit project onthaald werd in Oostduinkerke. De gemeente en het museum waren trouwens erg nauw betrokken, van het ontwerp tot de finale oplevering. Dat was een heel aangename manier van werken.”
Het NAVIGO Visserijmuseum in Koksijde werd uitgebreid met een museumdepot en een nieuwe vleugel, waar de potvis Valentijn een permanent onderkomen kreeg. De sobere kleuren – zowel buiten als binnen in de potvisvleugel – worden onderbroken door een opvallende marmeren trap met roestkleurige adering. Een knappe realisatie van STONE.
Tekst Laureline Vansteenkiste | Beeld Filip Dujardin
Al meer dan honderd jaar produceert en verhandelt STONE tegels, plaatmateriaal en maatwerk in terrazzo, natuursteen en keramiek van over de hele wereld. In het eigen atelier in Olsene verwerkt het bedrijf diverse materialen met vooruitstrevende technieken en machines. STONE staat bekend om zijn ruime aanbod aan kleuren en afwerkingen. En om zijn minutieus uitgevoerde projecten.
Geborstelde afwerking
In het vernieuwde NAVIGO Visserijmuseum in Oostduinkerke, een deelgemeente van Koksijde, realiseerde STONE een trap die het onthaal van de nieuwe vleugel met de expo-ruimte verbindt. “Qua materialisatie viel de keuze op de Turkse marmer Grey Roots”, vertelt product & marketing director Kristof T’Sjoen. ”Door de geborstelde afwerking krijgt dit opvallende grijze marmer een ietwat ruwe uitstraling en komt de uitgesproken roestkleurige adering helemaal tot zijn recht.”
Gemeente Koksijde en Havana architectuur kozen bewust voor dit type materiaal om een ware eyecatcher te creëren binnen het opgestelde kleurenpalet. “De grote uitdaging schuilde dan ook in het creëren van een mooi, harmonieus totaalbeeld rond die adering. Deze natuurlijke materialen en tinten sluiten trouwens perfect aan bij de wereld die NAVIGO tot bij de Koksijdenaar en bezoekers brengt.”
Het familiebedrijf Van Hulle Bouwservice uit Tielt stond in voor de plaatsing van de trap. Kristof T’Sjoen: “Net zoals STONE steunt Van Hulle op een jarenlange expertise en voert het team elk project uit met oog voor detail. Deze realisatie is opnieuw de vrucht van een geslaagde samenwerking tussen onze bedrijven.”